Schijnveilig
Bij ‘voedselveiligheid’ denken we aan schadelijke bacteriën die ons (dood)ziek kunnen maken; niemand vind het leuk om dagenlang op de porseleinen troon te vertoeven. Maar er is meer wat in ons voedsel kan zitten waardoor het eigenlijk niet veilig is om te consumeren. Toevoegingen waarvan de consument níet direct merkt dat het foute boel is. Toevoegingen zodie heel bewust aan de producten worden toegevoegd.
Ik wil het niet hebben over E-nummers, hier wordt al genoeg over gekibbeld en bovendien zijn deze additieven echt niet het grootste probleem. Ik wil het hebben over ingrediënten die wij allemaal heel normaal vinden: suiker en zout.
Suiker en zout zijn op zich niet onveilig. Maar in de hoeveelheden die wij tot ons nemen, zijn ze op de lange termijn wel degelijk gevaarlijk. Diabetes, hart- en vaatziekten en nog een aantal duidelijk voedselgerelateerde aandoeningen staan al jaren op de lijst van meest voorkomende doodsoorzaken.
Dat hier desondanks maar weinig in verandert, lijkt te worden veroorzaakt doordat teveel grote industrieën nogal wat te winnen hebben bij dit scenario. Zo heeft de suikerlobby de groteske vormen aangenomen zoals we die van de tabaksindustrie kenden. Ook de farmaceutische industrie gedijt goed bij deze situatie, omdat zij verdienen aan zieke mensen.
Ondertussen stijgen onze zorgkosten tot onbetaalbare hoogtes. Natuurlijk zijn er een hoop goede initiatieven, bedrijven die echt proberen het beter te doen, maar over de gehele linie is er nog maar weinig verbeterd.
Veel voedselproducenten blijven suiker en zout in grote hoeveelheden toevoegen om producten aantrekkelijker te maken, opdat er meer van gekocht wordt.
De vraag is: als deze beweging omkeerbaar is (en laten we alstublieft hopen dat dat het geval is), wat of wie zorgt dan voor deze ommekeer? Wie of wat gaat het verschil maken? Is het een suikertax? Een of ander ander vinkje? Een waarschuwing zoals op sigaretten? Of gaan we, met elkaar, nu eens werken aan échte oplossingen?
Dit artikel verscheen eerder als column in het vakblad Voedingsindustrie.